Keuzevrijheid van thuiszorgklanten gehinderd door verzekeraars

Aangemaakt op in blog / algemeen
Bij het horen van de naam van de verzekeraar krijg je te horen dat de consulten dit jaar niet meer vergoed worden.

Zo’n anderhalf jaar geleden sprak ik staatssecretaris Martin van Rijn tijdens een ronde tafel bijeenkomst van onze brancheorganisatie. Tijdens het gesprek stelde ik dat er in het nieuwe zorgstelsel beperkte keuzevrijheid is voor mensen die een beroep moeten doen op thuiszorg. Het leek erop dat Van Rijn niet helemaal begreep wat ik bedoelde. Hij gaf aan dat het huidige systeem toch juist cliëntvolgend is. Een zorgvrager kan volgens hem via de zorgverzekeraar altijd terecht bij de zorgaanbieder van zijn of haar keuze. Op voorwaarde dat deze een overeenkomst heeft met de verzekeraar natuurlijk.

 

In de praktijk is dat niet altijd waar. Verzekeraars bepalen namelijk jaarlijks per zorgaanbieder hoeveel zorg ze maximaal willen vergoeden. De zogenaamde ‘afspraak’ wordt voornamelijk éénzijdig bepaald op basis van de door de aanbieder in het voorgaande jaar geleverde zorg minus een afslag of ‘taakstelling’.  Voor veel zorgaanbieders is er helemaal geen onderhandelingspositie. De verzekeraar moet het landelijk beschikbare budget zo goed mogelijk verdelen en heeft geen tijd om met alle aanbieders een onderhandeling te voeren. Dus voor veel thuiszorgaanbieders is het kiezen of delen; óf tekenen bij het kruisje voor het opgelegde productieplafond óf geen overeenkomst. Tja, wat doe je dan? Je wilt als organisatie ook volgend jaar je klanten kunnen helpen en niet overdragen aan een andere organisatie. Het gaat hier om persoonlijke zorg in één-op-één situaties en niet om bijvoorbeeld busvervoer dat door een verloren aanbesteding van de ene naar de andere aanbieder gaat. Dan maar tekenen bij het kruisje en het hele jaar scherp in de gaten houden of er nog voldoende budget is om nieuwe klanten te kunnen aannemen. Dat werkt afleidend in de dagelijkse operatie van een thuiszorgorganisatie waar het gaat om snelle inzet, continuïteit en kwaliteit van zorg. Zorgvragers mogen naar mijn mening van dergelijke regelgeving geen hinder ondervinden.

 

Ik heb uiteraard begrip voor het feit dat het landelijke budget op één of andere manier moet worden bewaakt. Maar in het huidige stelsel schuiven verzekeraars en Van Rijn de verantwoordelijkheid naar elkaar toe. Doordat de landelijke vraag naar thuiszorg toeneemt, bestaat nu het risico dat thuiszorgaanbieders niet alle geleverde zorg vergoed krijgen. In het slechtste geval moeten organisaties ongewenste maatregelen treffen en ergens gedurende het jaar een cliëntenstop afkondigen voor verzekerden van bepaalde verzekeraars. Het systeem is in mijn ogen te star, onvoldoende vraaggericht en houdt te weinig rekening met het feit dat steeds meer mensen langer thuis blijven wonen. Daardoor wordt een groter beroep gedaan op wijkverpleging in plaats van op verpleeghuiszorg.

 

Nog een korte schets ter verduidelijking van het punt dat mij momenteel bezighoudt: Stel je wilt je huisarts consulteren, maar bij het maken van de afspraak vraagt de assistente bij wie je verzekerd bent. Bij het horen van de naam van de verzekeraar krijg je te horen dat de consulten dit jaar niet meer vergoed worden. Jouw huisarts heeft bij jouw verzekeraar dit jaar zijn plafond bereikt. Je wordt vriendelijk verzocht om je te wenden tot een andere huisarts en hopelijk heeft die nog wel de mogelijkheid om het consult bij jouw verzekeraar te declareren. Dat is precies wat er op dit moment dreigt te gebeuren bij veel thuiszorgorganisaties. En dat kan in mijn ogen niet de bedoeling zijn, want als een klantgerichte thuiszorgaanbieder het gewoon goed doet en daardoor meer klanten naar zich toetrekt, dan hebben deze klanten het recht om door deze organisatie geholpen te worden. Iets wat in de bekostigingswijze moet worden aangepast. Toch, mijnheer Van Rijn?

 

Pascal Noordover

Directeur Evita Zorg

`