Wearables in de zorg: GGZ-professionals over de toekomst van digital health

Aangemaakt op in zorgnieuws / algemeen

Plaats drie GGZ-professionals bij elkaar in één ruimte, laat ze dromen over de (verre) toekomst van wearables en de ideeën vliegen je om de oren. SmartHealth was aanwezig bij een droomsessie georganiseerd door het team van Talent for Care bij Altrecht in Utrecht.

Door de locatie, midden in het centrum van Utrecht, en het pand, dat lijkt op een studentenhuis, heb je als bezoeker niet het idee een medische instelling te bezoeken. Toch worden bij ABC, een centrum voor rehabilitatie en behandeling van Altrecht, jongeren tussen de 18 en de 28 jaar behandeld met een gevoeligheid of kwetsbaarheid voor psychoses. Het idee erachter is: laat de omgeving aansluiten bij de leefwereld van de patiënt.

Vandaag zijn er drie zorgprofessionals aanwezig die op verzoek een paar dagen een VitalConnect patch uitprobeerden: een slimme pleister die vitale functies meet en op een smartphone weergeeft. Jerry Allon werkt als ervaringsdeskundige, Tom van Wel is psycholoog en Odette Hensen werkt als adviseur en projectleider ervaringsdeskundigheid bij Altrecht.

De sessie begint met een korte ronde waarin de proefpersonen hun ervaringen met de pleister bespreken. “Dan kunnen we dat terugkoppelen aan de producent”, legt Ruben de Neef van Talent for Care uit.

De drie zorgprofessionals geven aan moeite te hebben met de interpretatie van de gegevens

Naast wat praktische bezwaren – de pleister blijft niet plakken tijdens het hardlopen, het is een aanslag op de batterij van de iPhone en het aantal stappen is niet erg accuraat – geven alle drie de zorgprofessionals aan moeite te hebben met de interpretatie van de gegevens. “En nog belangrijker: wat ik er nu precies mee kan doen”, zegt Hensen. “Toen ik ineens mijn stressniveau naar zestig procent zag stijgen, vroeg ik me af waar die stress vandaan komt. Je hebt geen idee wat je ermee aan moet en met name wat je er aan kunt doen. Voor je het weet zijn je stresslevels nóg verder omhoog geschoten.”

Biofeedback

De evaluatie van de pleister is een inleiding op waar het deze sessie echt om gaat: het dromen over de toekomst van wearables in de zorg. Roos de Groot, de collega van De Neef, leidt het tweede deel van sessie in. “Stel we zijn vijftig jaar verder, alle technische mankementen van wearables zijn opgelost en er is nog veel meer mogelijk dan nu: wat zou je dan met wearables willen doen? Hoe zou jij ze kunnen gebruiken om binnen Altrecht de zorg te verbeteren?”

Ton van Wel bijt het spits af. Hij voorziet een rol van wearables bij het leveren van allerlei vormen van biofeedback. “Het zou mooi zijn als je heel nauwkeurig kan meten wat iemands gemoedstoestand is op basis van het zweet, endorfineniveau’s of het dopaminegehalte in het bloed.”

–“Wearables zouden allerlei vormen van biofeedback kunnen geven”

Een concrete toepassing hiervan ziet Van Wel voor zich in de behandelkamer, waar hij regelmatig aan cliënten – die bijvoorbeeld lijden onder een depressie vraagt hoe het met ze gaat en hoe hun week is geweest. “Voelen ze zich op dat moment oké, dan was de hele week oké. Voelen ze zich op dat moment somber, dan was het een slechte week en zien ze ook de toekomst somber in. Het zou mooi zijn als je via een wearable precies kunt terugkijken naar hoe iemand zich echt heeft gevoeld die week, zonder beïnvloeding van iemands huidige gemoedstoestand.” Hensen vult hem aan: “Op die manier kun je ook jezelf beter leren kennen en achterhalen welke dingen invloed uitoefenen op je stemming en gedrag. Als ik blow dan gebeurt er dit, als ik groente eet dan voel ik me meestal zo. Patronen leren herkennen kan heel waardevol zijn.”

Functie en doel moeten duidelijk zijn

En welke vorm heeft die wearable? Een implantaat, daar zijn de drie zorgprofessionals het over eens. “Geen draagbaar ding, die kun je kwijtraken of wordt gestolen. Eerder een pil of een prikje. Of iets achter in je kies”, stelt Van Wel zich voor.

Naar aanleiding van hun eigen ervaringen, stellen de professionals dat de functie en het doel van de wearable van de toekomst in ieder geval heel duidelijk moet zijn. Alleen het krijgen van informatie is niet voldoende, die moet in een context staan en onderdeel zijn van een behandeling of een onderzoek. Maar om data functioneel te houden, lijkt een rechtstreekse koppeling met een (behandelend) arts noodzakelijk.

“Tussen de patiënt en de behandelaar komt op den duur misschien wel een data-analist te zitten”“

Wearables zijn er ten eerste om feedback te geven aan jezelf”, meent Jerry Allon. “Maar als je onder behandeling staat kun je die wel meenemen naar je behandelaar. Als je niet goed reageert op nieuwe medicatie, kun je de arts uitnodigen mee te kijken in je data. “Het is niet langer noodzakelijk om fysiek op een vaste plaats te zijn, de zorgverlener kan op afstand monitoren, stellen de zorgprofessionals vast. Zodra er iets mis is, kan er automatisch een signaal naar het ziekenhuis of de huisartsenpost gaan. Maar het moet niet zo zijn dat een huisarts de zelfmeetdata van al zijn patiënten in de gaten moet houden. “Tussen de patiënt en de behandelaar komt op den duur misschien wel een data-analist te zitten. Die analyseert de data die binnenkomt en stuurt alleen de relevante of urgente informatie door naar de arts. Die kan vervolgens op zijn of haar beurt weer efficiënter werken”, stelt Van Wel.

Naar eigen behoefte programmeren

De Neef haalt een nieuw voorbeeld aan. “Stel dat het mogelijk is om als zorginstelling zelf een pleister op maat te programmeren voor een bepaalde patiënt. Dan kun je bijvoorbeeld instellen hoeveel stappen hij of zij minimaal moet zetten op een dag – en hem of haar een seintje geven als hij of zij dat niet heeft gehaald, of een bepaalde boven- en onderwaarde kunnen instellen als het om iemands bloeddruk gaat. Welke mogelijkheden zien jullie wat betreft dit personaliseren binnen Altrecht?”

Allon neemt een voorbeeld uit de verslavingszorg. “Als een drugs- of alcoholverslaafde een craving (hunkering, red.) heeft, gebeurt er biologisch gezien iets in iemands lichaam. Een wearable die persoonlijke biologische verandering registreert en vastlegt kan aan die persoon een seintje geven: ‘Doe het niet!’.”

Van Wel gaat verder. “Je kan dat ook naar de positieve sfeer brengen. Iedereen kent het gevoel van in een lekkere flow zitten. Het zou mooi zijn wanneer je een verband zou kunnen leggen tussen lichamelijke signalen en die positieve stemming, zodat je beter snapt wat de mogelijke invloed van die lichaamsfuncties op je stemming is. De wearable kan daarbij als een coach fungeren.”

Hensen ziet een wearable voor zich die op den duur iemands persoonlijkheid zo goed kent, dat hij vroege signalen van psychische problemen kan oppikken. “Opsporing van de vroegste signalen lukt normaal pas met terugwerkende kracht. Kleine dingen die in het begin onschuldig lijken kunnen een begin zijn van een psychisch probleem. Die minimale veranderingen zijn op zichzelf staand vaak ook onschuldig, terwijl ze mogelijk het begin inluiden van een glijbaan naar beneden. Het zou dus fijn zijn als een wearable vroegtijdig een seintje kan geven.”

“Een wearable kan een herstelgenoot zijn”

Een wearable als persoonlijke coach

Een op het herstelproces ingestelde wearable kan volgens Hensen zelfs een ‘herstelgenoot‘ zijn, bij een depressie bijvoorbeeld.“Een kernmerk van een depressie is een laag zelfbeeld. Mensen die kampen met een zware depressie moeten voor dagelijkse activiteiten als opstaan, afwassen en de hond uitlaten, beloond worden. Dat heeft namelijk een positieve invloed op ze. De wearable kan die activiteiten registreren en er punten voor geven. Het spelelement geeft positieve energie en de wearable fungeert als een persoonlijke coach.”

Volgens Allon kunnen wearables in de toekomst het herstelproces bij angstoornissen ondersteunen. “Als iemand van een angststoornis af probeert te komen, dan moet zo’n persoon af en toe dingen doen die buiten zijn of haar comfortzone ligt en angst ervaren. Allons droomwearable kan in dat geval adviseren over hoe ver iemand buiten zijn comfortzone kan gaan om in een nieuw stadium van de behandeling terecht te komen. “Een wearable zou real time kunnen aangeven of het een goed moment is om zoiets te doen.”

 “Dat digitale DNA wil je niet zomaar ergens hebben rondslingeren”

Gesloten systeem

Ook over een andere eigenschap van de wearable van de toekomst zijn de zorgprofessionals het eens: de data over persoonlijk gedrag moeten goed beveiligd zijn.Alleen wanneer een gebruiker zelf toestemming geeft mag deze data op een veilige manier uitgewisseld worden. “Je creëert immers een persoonlijke database”, aldus Allon, “waarin je dingen kunt opzoeken, of kunt navigeren door bepaalde situaties. Dat digitale DNA wil je niet zomaar ergens hebben rondslingeren.”

Hoewel de drie dromers menen dat er nog flinke stappen gemaakt moeten worden om de pleister functioneel te krijgen, gelooft Van Wel dat slimme pleisters en andere wearables de toekomst zijn. “Zeker op het gebied van psychologische problemen kan dit veel betekenen, hoewel de GGZ maar één toepassingsgebied voor wearables is. We weten nog zo weinig over emoties en gedachten en hoe ervaringen bijdragen aan psychische problematiek. Emoties zijn veelal moment opnames. Als je die kunt terughalen, is er veel te winnen.”

Het project Wearables in de zorg is een initiatief van Talent for Care, een samenwerking van jonge professionals die proberen te achterhalen wat de toekomst van de zorg is.

Bron: smarthealth.nl 

`