Zeven vragen over stamceldonatie

Aangemaakt op in zorgnieuws / algemeen

1. Welke patiënten kunnen gebaat zijn bij stamceltransplantatie? 

Patiënten met leukemie bij wie alleen chemotherapie niet genoeg overlevingskans biedt, en patiënten met andere bloedkankers of bloedziekten, zoals bijvoorbeeld aplastische anemie, wat veel bij kinderen voorkomt. Voor patiënten met leukemie kan een stamceldonor de laatste redding zijn. 

 

2. Waarom zijn er meer vrijwillige stamceldonoren nodig? 

Omdat maar 30 procent van de patiënten die een transplantatie moeten ondergaan, een geschikte donor binnen de familie vindt. 
De andere 70 procent moet op zoek naar een onbekende donor. Van die groep slaagt slechts 4 procent erin om in Nederland een geschikte donor te vinden. De rest vindt een donor in het buitenland.  

 

3. Hoe kan dat? 

Het is lastig om een match te vinden: de kans dat een willekeurige patiënt met een willekeurige donor ‘matcht’, is minder dan 1 op 50.000.  Om de kans op een match zo groot mogelijk te maken, zijn er dus zo veel mogelijk donoren nodig. Daarnaast zijn er (relatief) weinig donoren in Nederland. In Nederland staat 0,26 procent van de bevolking geregistreerd als stamceldonor. Dat zijn 150.000 mensen. Ter vergelijking: in buurland Duitsland is ruim 6 procent geregistreerd.

 

4. Wanneer passen stamcellen van een donor het beste bij een patiënt? 

Als de weefsel- of HLA-typering van donoren en patiënt overeenkomen. De HLA-typering is een ingewikkeld soort bloedgroep die onder andere voorkomt op de witte bloedcellen en de bloedstamcellen. Die typering kan bepaald worden door afname van wangslijm.

 

5. Hoe kan ik donor worden? 

Ga naar de website www.wordstamceldonor.nl en meld je aan. Je moet in goede gezondheid verkeren en tussen de 18 en 51 jaar zijn. Je moet eerst een medische vragenlijst invullen. Daarna krijg je een pakketje met wattenstaafjes thuisgestuurd. Daarmee neem je wat wangslijm af. Zo wordt je weefseltypering bepaald en die wordt geregistreerd in een internationale databank

 

6. Moet je dan niet gelijk stamcellen afstaan?

Nee, je hoeft pas stamcellen af te staan als er een nationale of internationale match is. Dan moet je laten weten of je nog steeds achter je beslissing staat en krijg je een medische keuring. In overleg met de transplantatiearts wordt daarna een datum afgesproken voor de afname. Dat luistert nauw, want de patiënt krijgt voor de transplantatie de laatste chemokuren. Na afname moeten binnen 71 uur de stamcellen naar  de patiënt. Overigens worden per jaar bij ongeveer 1 op de 1000 donoren daadwerkelijk stamcellen afgenomen.

 

7. Is het afnemen van stamcellen niet een heel pijnlijke, zware procedure?

Met de huidige technieken valt dat relatief mee. Stamcellen kunnen direct uit de bloedbaan worden gehaald (de zogeheten PBSC-methode), of uit het beenmerg, dat dan wordt afgenomen uit de boven-achterrand van het bekken. Die laatste methode wordt verreweg het minst toegepast. Voor beide methoden hoef je maar één dag te worden opgenomen in het ziekenhuis, al kun je naweeën verwachten die soms een paar dagen tot enkele weken aanhouden, waaronder vermoeidheid en pijn.

 

 

Bron: RTL

`