Blaren en helden

Aangemaakt op in blog / algemeen

De Nijmeegse vierdaagse begint vandaag weer. Het wordt een warme week, dus iedereen is al minstens dertig keer gewaarschuwd voor de eventuele gevaren: drink veel water, gebruik zonnebrand en pas ook op voor het hete asfalt! Maar niemand wordt geadviseerd om niet op de schoenen van je zus te lopen. Of over hoe je de laatste meters door moet komen…

 

Zo’n 24 jaar geleden liep ik ook mee met de vierdaagse. Samen met een collegaatje van me waarmee ik al hele zomers op het terras liep, schreef ik me in. Trainen vond ik niet nodig. Nog even op vakantie gaan wel. Zo gebeurde het dat ik na een gemiste vlucht pas de dag voor het begin van de vierdaagse op Schiphol werd opgehaald door m’n vader om meteen door te rijden naar onze kampeerplek in Nijmegen. Ik ben wel van het plannen en ik had thuis dan ook al alles klaargezet voor de lange wandeling, dus dat zat wel goed. Dacht ik. Dinsdagochtend zo rond een uur of vier bleek dat m’n vader de schoenen van m’n zus had ingepakt, en niet die van mij…Ach, weet je, 40 kilometer op teenslippers of schoenen van je zus die een maat te groot zijn. Het werden de schoenen van m’n zus.

 

Samen vertrokken we naar de start, die vriendin en ik. Al na 500 meter was het duidelijk dat we echt helemaal niet samen konden lopen. Een heel ander ritme, looppas, snelheid. Alles botste! Zij wilde ook veel stoppen en ik wilde alleen maar doorlopen. Dit voornamelijk omdat ik al heel snel hele grote blaren op m’n voeten had en de pijn wel meevalt zolang je maar loopt!

 

Iedere avond boog een medewerker van het Rode Kruis zich over mijn voeten om met m’n blaren door te prikken en m’n voeten weer enigszins klaar te maken voor de volgende dag. Van mij hoefde dat niet zo; die volgende dag ging ik toch ECHT NIET meer lopen. Maar toch, elke ochtend toen de vogeltjes weer gingen fluiten, gingen de schoenen – inmiddels wel die van mij, mijn vader was toch maar een keer heen en weer gereden – weer aan. En het was ook goed te doen. Doorlopen, niet stoppen, meelopen met andere groepjes. In je eentje heb je ontzettend veel aanspraak. Ik heb, eenmaal aan de wandel, ontzettend genoten.

 

Op de laatste dag met de Annastraat in zicht kwam bij mij de man met de hamer… Gelukkig was er ook een andere man, die naast me kwam lopen. Deze man zag dat ik het moeilijk had en hij begon tegen me te praten. En bleef maar praten. Best aardig als je weet dat ik alleen maar terug kon grommen en hem niet een keer heb kunnen aankijken. Ik zat er echt doorheen. Met hem aan m’n zijde heb ik de laatste kilometers nog kunnen lopen. Zonder hem zou ik net voor de finish zijn gaan zitten om nooit meer op te staan. Zelfs het enthousiaste en opzwepende publiek in de Annastraat deden me helemaal niets meer. Die rustige, constante stem naast me was het enige wat ik hoorde. Totdat ik in de mensenmassa m’n ouders zag staan en ik daar naartoe ben gestrompeld. Even zitten, bloemen in m’n hand en toen gingen de laatste meters naar de medaille weer heel soepel.

 

Trots dat ik hem had uitgelopen. Met verkeerde schoenen, met blaren en met een heel aardige man die me over de finish heeft gekregen. Ze bestaan echt! De helden. En voor mijn held: bedankt! Elke zomer denk ik weer aan hoe je me geholpen hebt en hoe simpel het kan zijn om iets te doen voor je medemens. Het zit hem in de kleine dingen…

Mirjam van Genugten

Mirjam is redacteur bij KiesvoorjeZorg en schrijft regelmatig over onderwerpen in de zorg of de maatschappij in het algemeen.

`