De Oma’s van morgen

Twee heel verschillende manieren om te wonenop de oude dag. Niet alleen het wonen verschilde enorm, de hele manier vanleven. Zelfstandig, met gebreken of verzorgd en met gebreken. Ouderen zouden nulanger thuis moeten blijven wonen. Meer Oma IJsco’s dus. Maar Oma IJsco viel ophaar 80e wel van d’r fiets toen ze terug kwam van boodschappen doenen moest toen alsnog naar een tehuis. Wordt de herinnering aan eenbejaardenhuis echt iets van mijn generatie?

De huidige generatie ouderen voelen zich noghartstikke jong en vitaal. Een bejaardenhuis willen ze niet meer in. Ze zoekenop hun oude dag nog ‘een beleving’, een lifestyle als het ware. Senioren willengoede faciliteiten ter beschikking hebben. Een gemeenschap van gelijkgestemden,waarmee van alles georganiseerd kan worden. Een eigen woning met gedeeldefaciliteiten zoals bijvoorbeeld een restaurant, groentetuin, bibliotheek offitnessruimte.

Ook voor ouderen die minder vitaal zijn is de woonomgevingsteeds meer gericht op prettig vertoeven. Voor dementerenden worden helecomplexen gebouwd in de stijl van de jaren 50. A trip down memory lane…wat zeenorm goed schijnt te doen. En het IVN gaat honderd Nederlandsezorginstellingen van groen voorzien.  

De huidige staat van technologie brengtnatuurlijk veel veranderingen mee in het zelfstandig ouder worden en wonen. Verschillendeapps en zelfs een zorgrobot maken het voor onze ouderen steeds makkelijker omlang op zichzelf te blijven en een hoge kwaliteit van leven te handhaven.

Technologie kan tot een bepaalde hoogte ervoor zorgen dat onze senioren langer thuis blijven wonen. Maar een enorme groeiin thuiszorg en medische hulp aan huis lijkt nodig om de vergrijzendebevolking  thuis te laten wonen. Ofmantelzorgers natuurlijk.

Ik heb nu zelf kinderen, maar wij gaan lang nietiedere zondagmiddag naar oma toe. Oma staat zelf nog volop in het leven, desituatie is veel anders. We wonen ook niet in de buurt. Vier uur in de auto isbest veel. Als deze oma hulpbehoevend wordt zal ze het toch meest van haareigen netwerk moeten hebben. Of van zelf-ingekochte hulp. Ze is er nog langniet klaar voor, maar ik weet vast een plek waar ze op zoek kan gaan naar dejuiste woonomgeving. Tegen die tijd hoop ik dat mijn kinderen zelf nog eens opbezoek gaan bij oma.